Maalstenen en het AKG, en veel molenaarsjargon
Volgens mijn redactrice Johanna is het deze keer voor een
leek niet te lezen.... Volgende keer minder technisch, misschien.
Bilhamers in Woerden
6 september - Schiedam, mooie wind, malen met het noordelijke
blauwe koppel ( geweldig wat maalt die mooi en wat een hoge productie) en de
16ders. Later de motorsteen er ook maar bij aan om die (de blauwe loper ligt
erop) in te malen. Dat was werken! Fantastisch.
13 september - Reijer Rutgers kwam naar zijn stenen kijken, hij zag zijn goede naam in gevaar komen. Hij gaf toe dat er niet veel eer aan te behalen viel - voor de telefoon dacht hij nog dat de steen dieper in het materiaal beter zou kunnen zijn. Volgens RR is de steen te heet geweest bij het inmalen. Volgens Kodde, die de steen heeft ingemalen en een paar dagen geleden hier ook was, is dat niet zo en deugde het bindmiddel niet. Al met al wel als molenvrienden uit elkaar gegaan, hij snapt onze beslissing wel. Logisch dat blauwe stenen beter malen, zei hij. Franse stenen (kwarts) kan ook, maar je hebt dan minder capaciteit en ze scherpen beroerd omdat ze verschrikkelijk hard zijn. Ik ben later nog - op zijn uitnodiging - bij hem thuis geweest. Hij zei toen nog dat de molenwereld nog veel van hem zou horen , maar dat is niet gebeurd. Zijn zoon deed heel iets anders, maar reageerde eens op een advertentie in ‘De Molenaar’, waarin een chauffeur zichzelf in een advertentie aanprees met de tekst: ‘in het bezit van alle rijbewijzen’. Rutgers jr. stuurde een commentaar op naar redacteur Ben Kloosterman: ‘dat kan niet, want hij heeft mijn rijbewijs niet.’ Ben vond het vreselijk flauw, ik kan er nog steeds wel om lachen.
14 september - Pogingen met Rob, om de loper uit te balanceren.
Statisch zonder extra gewicht redelijk, maar draaiend (dynamisch) hopeloos
gedans. Gewicht erop hielp niet veel. Steen los, steenbus wat meer vast gezet.
Loper er weer op - wat zitten de lichterbomen hier vreselijk in de weg - maakt
niet veel uit. Weer steen eraf, leertje op de nok. Dat hielp wel wat.
De gemeente wil een Sprinkler installatie in de molen. We
besluiten ontslag te nemen als dat gebeurt. Geen gezicht al die buizentroep.
(dat vonden we toen :))
Weer de loper eraf, en op een hoekijzer gezet om hem statisch beter te krijgen. Een soort opzoeken van het ‘zwaarte-middelpunt’. Omdat dat ook niet veel hielp (statisch wel goed, maar dynamisch veranderde het door invloed van centrifugale kracht) de loper er andersom opgelegd - dat was een hele verbetering. Kruis op de steen en op de rijn om dat te onthouden. Ondertussen ook nog een paar zakjes met de wind gemalen.
Omdat ik een paar vingers in de menger had gestoken (ik had ze ook kwijt kunnen zijn) behoorlijk gehandicapt. Been er maar extra onder en dichtknopen van de zakken met de tanden erbij.Met de BMW met zijspan naar Nijverdal om orgel te spelen
bij de trouwerij van nicht Marianne. Dat was ook meer met de voeten en een
hand, lastig.
Dinsdag weer in Schiedam, toch wel de ‘eigen’ molen, zo
voelt dat. Ondanks dat gejoel maal ik veel liever in Schiedam met de motor dan
in Vragender, omdat je boven bij de molen bent. Als er wind is kun je veel
makkelijker omschakelen, en sowieso sta je boven de stad uit te kijken.
Uitspraak Arie: ‘zonder motor kun je niet, want de wind is wel goedkoop maar
niet te koop’. Of die van Bart Schokker: ook al heb je het mooiste fokwieken of
stroomlijnen (hij had zelf in Norg zelfs met Bilau gewerkt), als er geen wind
is kun je niks beginnen.
![]() |
De telefoonrekening werd door al mijn gebel voor het AKG en met Gunnewick en Berkhout een stuk hoger dan normaal. |
22 september - Verhage uit Poortvliet op bezoek, of ik werk voor
‘m had. Dat is een voorbeeld van een
echte vakmolenaar die in de gaten had dat die jonge broekjes iets voor
elkaar kregen. Maar zonder het Echte Bakkersgilde en een gemeente en Stichting
die alles voor de molen over hebben is dat een heel ander verhaal. Zo vertelde
Frans over een molen, waar een uitstekende kwaliteit meel tussen de stenen
vandaan kwam. “Maar nou moet je het nog verkopen hè “ was het commentaar.
Sommige molenkenners waren of bleven sceptisch, wat bijv. blijkt uit een
kritische brief van Mans uit Kloetinge. Zo van, wat verbeelden die jongens in
Schiedam zich wel - ook wel te begrijpen.
Adrie Peereboom belde, hij wil in Wervershoof 12-13 ton per week malen, dat is heel wat. Arie Berkhout zou daar assisteren, maar dat ging niet door. Rob ging erheen om het bedrijf te beoordelen. De molen van Wervershoof was ook een bedrijf met een jonge molenaar, dat snel op een hoge productie kwam. Jan Tollenaar, die mede door mij zijn studie geografie op had gegeven voor de molen, werkte bij Adrie. Later werd hij molenaar op de prachtig vrij staande molen in
Burdaard in het mooie Friesland. Zo breidde
zich in korte tijd het aantal in bedrijf zijnde molens sterk uit, voor ons als
molenaars en bestuursleden van het AKG was het een geweldige tijd.
Verschillende molenaars hebben moeilijkheden met de nieuwe
oogst van 1977. Wij kregen ook klachten van bakkers. Uit mijn journaal:
“Misschien malen we te zacht, te geforceerd om perse zacht te malen - Frans vertelde vaak van ome Jan, dat tarwe
geschild moet worden en niet gemalen (niet met geweld). De steen moet vanzelf
malen, vaak zei hij ‘ lichten’ tegen Frans, ‘als dat niet kan moet je
scherpen’. “ Maar wel prachtig bloemig meel en grote zemelen. Zo zie je hoe je
je op uiterlijk kunt verkijken. Aan de andere kant is bakker Steens juist wel
tevreden, hij bestelt steeds meer.
Ook Frans G had grote moeilijkheden , meelfabriek Goudriaan
had ook problemen en zelfs meelfabriek
Wessanen waarschuwde de bakkers. Dat waarschuwen hebben wij niet gedaan,
een leer voor later. Eigenlijk moet je oude en nieuwe oogst in elkaar over
laten lopen (wat Snoep in ‘s-Gravenpolder bijv. deed) en zeker bakproeven
nemen. Dat hadden wij toen nog niet helemaal door, we leunden op de
graanhandel. Rijnenberg en Schraven, die al eens eerder geprobeerd hadden de
korenmolens weer in actie te krijgen, wilden vanwege dit probleem een centrale
inkoop van granen voor alle molenaars. Dat is niet van de grond gekomen,
molenaars zijn daar te eigenzinnig voor..
30 september - kwart voor zes draaide de molen, twee koppels stenen, wat liep dat mooi. Als het hard waaide, merkte de molen er weinig van of we met één of twee koppels draaiden. Als de wind minder werd of onregelmatiger, dan wel.
Maarten Hunink (Zuid-Beijerland) op de molen, vond het meel
mooi. Een grote zemel is belangrijk, vroeger met de kunststenen werd de zemel
kapot gemalen zei hij. Toch is dat niet helemaal waar als ik Hartgerink mag
geloven. Daar in Wageningen, op de molenaarsschool, hebben ze een mooie groffe
zemelen met een hamermolen kapot gemalen en daarna alles opnieuw gemengd. In
volume was er geen enkel verschil, natuurlijk wel in de structuur.
Op de vorige vergadering van het AKG sprak ik Van de Poll
uit Havelte weer eens, joviale man. Hij sloeg mij hard op de schouder en vroeg
of ik nu (van student naar molenaar) gedegradeerd was of gepromoveerd.
Gepromoveerd, zei ik, ik ben er in elk geval heel blij mee. Hij schudde mij
hartelijk de hand. Ondertussen vertelde hij een leuke anekdote: in Nijeveen
konden ze een steen niet aan het malen krijgen. Zowel de molenmakers als de
vrijwilligers, als de Rijksdienst voor de Monumentenzorg snapten er niets van.
Een paar keer los geweest en weer gescherpt en afgesteld, het wilde niet. Het
was net of het graan er niet onder wilde. Van de Poll er bij gehaald. Ze waren
aan het malen en “je zag het graan bij het kropgat omhoog kruipen”. “Het zijn
linkse stenen”, aldus Van de Poll. De hele club (molenaars, ambtenaar
Monumentenzorg, molenmakers) stond erbij en dat kon natuurlijk niet, wat een
onzin. Later bleek dat wel degelijk zo te zijn! Niemand had het gezien.
“Met Gods macht wordt hier het graan tot meel gebracht”, schreef mijn opa op een maalbak in Balkbrug. Uit het journaal: “Ik ervaar Gods natuur als ik met de molen werk. Zoals vandaag bovenin de kap, mooie egale maalwind, prachtig lopend gangwerk. Je werkt met de natuur.” Kerkelijk trof ik het goed in Schiedam, ik voelde mij bij de Grote Kerk prima thuis, ik heb er belijdenis gedaan en dat was een belangrijk moment.
Afsluitend:
Als ik dit nu zo overlees, herinner ik me wel hoeveel er
toen vanuit Schiedam en vanuit het AKG gebeurde, waardoor een landelijke
samenwerking ontstond die nog steeds functioneert. We waren op verschillende
plekken in Nederland het wiel weer aan het uitvinden, maar door samen te werken
zijn we met z’n allen een stuk verder gekomen.
Reacties
Een reactie posten