Blog 19 - Onweer en andere pech
Onweer en andere pech
19 april 1978. Fijn gebroken voor een bakkerij. De zeef ging er dan onder, vervolgens valt het in de ketel. Altijd lastig om het constant te houden vond ik. Ik was liever aan het malen.
Ondertussen zaten wij ook regelmatig te vergaderen over het
AKG, waarvan ik secretaris was. Jos Gunneweg was de grote promotor, we
vergaderden meestal bij Gerda Leemburg thuis, zij deed de administratie, erg
nauwkeurig persoon. Zo ging menige avond heen.
Op 22 april hadden we de Wereldomroep op bezoek, ze zouden
een film gaan draaien en bekeken de hele molen van boven tot onder om te
bepalen wat ze op de film wilden. Er was maar weinig wind, ZW, de Noord en de
Aeolus draaiden ook heel langzaam, later ZO. Terwijl de filmmakers in de kap
zaten, klaarde het ineens op in het Noordwesten en er kwam een serieus trekje! Terwijl de
andere molens al uitgespannen waren, ging ik als de gesmeerde bliksem aan het
kruien, Jan Kies kwam intussen ook van De Noord en wij samen in een razend
tempo de zeilen ervoor. En breken met de 16der. Het ging niet hard, maar
gestaag en erg regelmatig, erg prettig voor het breken. Prachtig vonden wij dat
en de filmploeg was onder de indruk van de snelle verandering in de molen.
Heerlijk leven eigenlijk zo.
Een paar dagen later zat de wind in het Noordoosten,
onregelmatig en wat toenemend. Een erg onregelmatige wind kan een waarschuwing
zijn en in dit geval was dat ook zo. In het zuidwesten zat al een tijdje een
donkere lucht, ineens haalde de NO wind aan en de bui kwam ineens
opzetten tegen de wind in! Zolang de wind NO was hield ik 'm daar maar
ik zwichtte op twee halven, dan kan er niet veel mis gaan dacht ik. Op het
moment dat de wind omging meteen de vang erop en kruien zo hard ik maar
kon. Tot twee keer toe ging de kap terug
bij het uitleggen (nadeel van licht kruien), later had ik voor die grappen een
extra ketting klaar liggen maar toen was het vervelend. Net op tijd maar niks
te vroeg zou Post zeggen. Die twee halven er ook maar af want de lucht werd me
te donker. Er bleek inderdaad onweer in
te zitten hoewel niet veel. Weer een ervaring rijker.
De volgende dag wat nevelig, ZO gelet op de vorige dag dus
weer oppassen. En ja weer een bui, uit het westen. Zeilen weg maar deze was
anders. Wel onweer, maar windstil.
Frans belde op over gister: hij was aan het malen uit het
NO, bui uit het ZW ( net zo’n verhaal dus). Hij draaide met twee vollen ( en
Ten Have, dat scheelt). Die gauw weg en op het zuiden kruien, toen was de bui
er ook al, net op tijd. Ook onweer. Later was de wind NW en weer NO als voor
die tijd. Volgens Frans is dat wel vaker zo in het voorjaar, overgang van koud
naar warm en onstabiel weer. In het noorden des lands bleef de wind NO, dicht
onder de kust harde wind, het was er een stuk kouder. Geen onweersbuien.
Vrijdagmiddag opening van de molen van Olst (waar het AKG is begonnen) en ‘s avonds AKG vergadering bij Voet in Ravenstein. Heerlijk die vloerverwarming daar als je het op de motor koud hebt gekregen. Ik liep daardoor het gebruikelijke gebak op vrijdagmiddag mis helaas.
Hoe mooi Zuid Holland is werd mij op Hemelvaartsdag duidelijk, toen wij (met verloofde) fietsen van Schiedam langs Schie en Vliet langs de vervallen Salamander naar Leiden en via Sassenheim en de bollenvelden door de duinen weer terug naar Monster, door het Westland naar Maasland-Schiedam. Erg mooie tocht en tussen de drukke steden door verbazend rustig.
In Vragender kwam een definitief slecht bericht omtrent de gezondheid van Mina. Frans werd daardoor zo afgeleid dat hij wegliep bij de steen naar zijn gezin aan tafel. Tot overmaat van ramp liep de boel leeg en verbrandde de loper. De afzuiging was zwart en de rook kwam uit de kap. Dat kunje er dan ook nog wel bijhebben. Er moest gemalen worden, toen ik kwam hielp ik met dichtleggen, met een van Beckers geleende loper. De ligger was wel beschadigd maar nog wel bruikbaar. De mengers en meelpijpen moesten eerst nog goed schoongemaakt worden. Hoop ellende allemaal.
Hoewel er op 10 mei een paar Amsterdamse heren kwamen kijken bij ons in Schiedam, omdat ze plannen hadden daar ook wat op te zetten met De Gooyer (Amsterdam), heb ik daar later niets meer van gehoord.
Vrijdag 12 mei liep het met een Zuidwestenwind geweldig. De
regulateur op de 16der werkt perfect, en het gangwerk loopt hier als een
horloge, zeldzaam mooi. Na het op vrijdagmiddag gebruikelijke gebak zelfs nog
een tijd met twee paar stenen gemalen, dat kon prima omdat de wind sterk genoeg
en eeg regelmatig was. Ondertussen de motorsteen losgenomen. De ligger slijt
harder, volgens Berkhout is dat normaal. “Bij een botsing tussen twee auto’s
waarvan de een rijdt en de ander stilstaat, is de schade aan de stilstaande
groter.”
Omdat hij door het lawaai van de schonerij de menger niet hoorde draaien, is een medewerker bij ons met een paar vingers in de mengketel terechtgekomen, liep gelukkig goed af. Voor hetzelfde geld verspeel je een hand.... Wat mij doet denken aan Vragender. Ik was de oude Ruston een keer aan het poetsen tijdens het draaien en daar schrok Frans van. Niet doen zei hij. Frans vertelde van een molenaar die dat ook deed - het gaat mooi glimmen als je iets dat draait poetst -, hij had zijn hand in de poetslap gewikkeld om beter te kunnen drukken en wrijven. Toen draaide de lap om de as en zijn hand werd afgerukt. Het dragen van een ring is eigenlijk ook niet verstandig, Frans vertelde van twee gevallen van chauffeurs die van een vrachtwagenbak sprongen en met de ringvinger ergens achter bleven haken - vinger eraf. Eén van die twee was een ijskouwe - hé ‘k bin mien vinger ook kwiet! Gauw in een zakdoek, zei iemand anders, warm houden en als de donder naar een dokter. Maar helaas was er niks aan te doen, er was teveel afgerukt.
De dag later was 13 mei, molendag. Wat een drukte, ik werd er horendol van, al die mensen en maar praten. Daarentegen in Vragender zegge en schrijve één (1) bezoeker. Maar die was wat typisch en had modder onder de schoenen. Die kwam er niet in.
Ongelukken gebeuren overal, maar meestal gaat het goed.
Soms niet. Ik noem geen namen (behalve als ik er zelf bij betrokken ben), daar
gaat het niet om. Een vrijwilliger wou,
hoewel de ene steen, een 16der, mooi
liep, perse met de 17der malen met de wind. Dan moet de boel omgezet worden,
maar ok dat kan. Een andere vrijwilliger stond boven en keek langs de spil naar beneden. Hij zag ineens door
de steen hen de pasbalk, en een bult graan. Was de steenbus eruit gevallen,
niet best natuurlijk want dan heeft de loper geen steun meer en krijgt
bovendien geen graan meer. Op dezelfde dag
brak een touwtje waarmee een magneet vastzat. Die viel toen met
ijzerdeeltjes en al in de steen. Zoveel
pech op eenzelfde dag.
Een molen makkelijk inrichten heeft voordelen, maar daar
zit ook een gevaar in. Eén van de molenaars was aan het malen met de diesel en
had eigenlijk meer aandacht voor de molenmakers die boven in de molen bezig
waren. Een molenmaker informeerde al of de zak nog niet vol was. Nee nog niet,
zei de molenaar, maar de diesel begon steeds langzamer te lopen en bleef zelfs
staan. De zak was dus wel vol. Op zich tot daaraan toe, maar er zat een silo
boven de steen. Toen de kuip volliep draaide die even mee met de loper en
daardoor kwam de pijp van de silo niet meer uit in het kaar maar in de vrije
ruimte. Honderden kilo’s graan overal.
Dat is ook het gevaar van in mengers malen, dat je erbij
wegloopt.
Reacties
Een reactie posten