Blog 20 Bakker - Film - Vang - Proef
Bakkers
We hadden veel werk en de bakkers waren heel tevreden. Maar
dat Echte Bakkersgilde waar wij voor draaiden, had een belangrijke rol. Er werd
door één of twee bakkers proefgebakken en ze spraken elkaar ook aan om
molenmeel af te nemen. Er was in het verleden ook veel gedoe geweest, ging
zeker niet zomaar. Het Echte Bakkersgilde nam ook elders in het land ‘molens
onder zijn hoede’. Zoals Wageningen, Groesbeek, Vragender, Olst, Epe e.a. Bij
een van die molens waren problemen, er werd steeds minder afgenomen en het
regende klachten. Ondanks dat de molenaar op aanraden van Frans Gunnewick de
stenen beter scherpte en Amerikaanse tarwe toevoegde (meer en beter eiwit),
was een grote klant nog steeds zeer negatief. Op een bakkersvergadering was hij
zo kritisch dat de voorzitter voor hem ging staan en zei: ‘als jij daar nu nog
niet van kunt bakken, dan ben jij niet
waard echte bakker te heten. Eén van de bakkers, bevriend met de klager, heeft
hem een tijd geholpen en het werd één van de beste klanten. In den lande zaten
zeer gemotiveerde bakkers die hun mede-leden aan alle kanten stimuleerden
zoveel mogelijk molenmeel af te nemen. Dus niet een paar zakjes om voorzichtig
bij te mengen met fabrieksmeel, maar volledig molenmeel. Vandaar dat er flinke omzetten
bereikt werden.
De bakkers hadden commercieel belang bij de molens, ze
maakten reclame met molenmeel en onderscheidden zich ermee van de supermarkten.
De klanten vroegen om molenmeel omdat er een zweem van natuur omheen hing en de
smaak anders was dan fabrieksbrood (lekkerder natuurlijk). Gezonder werd wel
gezegd, maar dat moest later als niet-bewijsbare claim worden ingetrokken. Fabrieksbrood is later verbeterd, en door
allerlei omstandigheden is de markt later veranderd. Toen ik in Schiedam werkte
en voor het AKG op pad ging, zat ik middenin een toptijd mede dankzij de inzet
van het Echte Bakkersgilde.
17 mei een extra band om een blauwe steen; volgens sommigen
hoeft dat niet bij een blauwe steen (wel bij een kunststeen), maar ook een
blauwe steen kan (als de molen op de loop gaat) uit elkaar spatten, daar kent
Frans voorbeelden van. Ook van het in tweeën breken van een loper, bij de
rijnschoentjes langs. ‘S Avonds iets
wind maar achter de silo.
De wind achter de Bols silo |
Weer eens hulp van Jan Kies, die veel op De Noord en De Vrijheid te vinden was.
Jan Kies (li.) en ik |
De motorsteen maalt na een scherpbeurt mooi zacht en los, de zemels worden steeds groter en losser.
Het weekend moest er een
brief naar iemand in Didam waar haast bij was. Rob bracht ‘m in klad
naar Gerda, zij werkte de brief direct uit waar Rob op kon wachten, toen kreeg
ik ‘m en racete ermee op de fiets naar het station waar ik nog net de trein
haalde. In Apeldoorn wachtte mijn moeder mij op, ik maakte de BMW (R 69) klaar
en reed naar Frans, want die moest ‘m als voorzitter ondertekenen. Toen naar
Didam om de brief af te leveren, een soort koerier dus.
Film
23 mei veel wind, we konden met twee paar (koppel) stenen
malen, prachtig liep het. De Wereldomroep kwam de hele dag filmen, wat een
toestand. Uiteindelijk 5 min beeld voor een reclamefilm voor Nederland. Ook de
volgende dag werd er gefilmd, ik moest voor de film diverse keren de trap op en
af vliegen om een steen in- en uit het
werk te zetten. We stonden er wel weer gekleurd op.
Vet en vang
Nadat de filmers met hun kabels en lampen eindelijk weg
waren, hebben we op advies van molenmaker Verbij het vangen trachten te
verbeteren. We hadden last van trillen en stoten, na de behandeling met een
minimale hoeveelheid vet (twee vingerkootjes) was dat helemaal over. Alleen
hadden we toen een ander probleem: hij trilde niet maar vangen deed hij ook
niet meer. Je kon het vangtouw loslaten en gewoon weglopen, het maakte niks
uit. Scherp zand ertussen, vangen, weer zand enz., hielp niets. Verbij werkte
toen net aan De Noord, die kwam met het advies petroleum te gebruiken om het
vet te verwijderen, hielp ook niet. Wij hadden er twee kootjes vet opgesmeerd,
maar “het had natuurlijk één vingerkootje moeten zijn.” Uiteindelijk heeft Rob
de vang in het weekeind (elektrisch) uitgeschaafd en de iets uitstekende
schroeven die het stoten veroorzaakten verwijderd of bijgevijld. Uiteindelijk
heeft het vet niet geholpen, maar ook geen kwaad gedaan. Iets dergelijks heb ik
wel eens gehoord over veren van een duif die in de vang verzeild raakte, die
ving ook niet meer. Datzelfde weekend
dat Rob zich uitleefde op de vang, zat ik op de bruiloft van Marian en Henk in
Vragender. Feestvieren kunnen ze daar.
Maandag Rob geholpen met de vang weer monteren. Rob is
later molenmaker geworden. Meer blijvend resultaat vond hij. Het resultaat van
zijn werk was, dat de vangproblemen over waren. Geen gestoot en hij hield de
molen prima.
Het volgend weekend weer naar Vragender om Frans te helpen,
die hulp nodig had.
De uitslagen waren binnen bij TNO van de proeven die we
hadden genomen voor het onderzoek van Bob Belderok van TNO, dus naar Wageningen
om de resultaten te bespreken. Ze waren daar al jaren bezig het verbouwen van
baktarwe in Nederland te bevorderen door teelt- en bakproeven. Niet kwantiteit
maar kwaliteit stond voorop. Bijv. kwamen ze erachter dat dalgronden het meest
geschikt zijn, en dat het helpt als je kunstmest vaak in kleine hoeveelheden op
bepaalde geschikte momenten geeft. Je bent als boer dan ook echt
akkerbouwdeskundige.
Bij deze proeven ging het erom te onderzoeken of er verschil was (voor de
bakkwaliteit) tussen walsenmaalderijen en steenmaalderijen. Voor de
steenmaalderijen deed TNO een beroep op het AKG. De resultaten
die wij bespraken, gaven aan dat de bakkwaliteit van enkele steenmaalderijen
niet onder deed voor de walsen (waarmee de meelfabrieken werken). Dat hadden wij wel verwacht, maar TNO niet. Als
beste kwamen Vragender en als tweede Schiedam uit de bus. Eén van de
onderzoeken betrof de mate van zetmeel 'auflösung', beschadiging, openlegging
zeg maar. De wateropname is dan hoger en het aroma beter. Opvallend was, dat
een kunststeen (Peize) weliswaar een wat lagere bloemopbrengst had dan de
blauwe stenen in de test, maar één van de hoogste zetmeelbeschadigingen. Die
stenen waren gerststenen, ondiep en
‘vlood’ (lepelvormig) gebild (door Bart Schokker) en er werd alleen maar tarwe
mee gemalen. Verder opvallend was het tegenvallen van de bakresultaten van de
Franse stenen van Stevensweert, opvallend omdat deze stenen het meest zachte en
bloemige meel gaven. Van dat meel waar je de hand zomaar tot op de bodem van de
zak steekt, zo luchtig. Hier was de zetmeelbeschadiging juist laag.
Al met al natuurlijk een opsteker voor het AKG. We hadden
al het voordeel in literatuur over voeding, waarin steengemalen meel van een
molen vaak de voorkeur had. Beter behoud van de oorspronkelijke bestanddelen
van het graan, behoud van vit E (de kiem wordt bij meelfabrieken veelal
verwijderd), koeler (wat niet altijd zo is) en smakelijker. Maar over smaak valt niet te twisten.
Reacties
Een reactie posten