Blog 18 - Van alles wat
De Vrijheid, 18 maart 1978. Motorsteen losgenomen. Veel vochtaanslag - geen stofafzuiging in die tijd en wel veel malen, daarbij veel vochtig weer, dan krijg je dat. Even de kuipdeksels van de 17 der op het noorden gelicht, dat is nog erger. De steen in ‘t gemaal losgenomen, dus niet helemaal leegdraaien maar gewoon stilzetten en niet meer lichten dan nodig is. Dan kun je zien hoe de stenen malen. In dit geval maalt de steen teveel. Opvallend is dat de zemels even voor de buitenkant groter zijn dan aan de buitenkant. Bovendien duurt het te lang voordat de hele korrels gesneden worden. Logisch als je ziet dat er in de krop geen kant meer voorzit. Onder de rij ligt hij wel, maar iets te arm. Remedie: kantje opfrissen en de maalbalken aan de buitenkant opsmallen zodat ze daar iets sneller slijten. Ik had de hamers laten slijpen door Van Hattum aan de overkant. Vroeger dacht ik in mijn onnozelheid dat botte hamers mooier resultaat geven, maar dat is niet zo.
Heel iets anders:
Zondag deed ik met 16 anderen belijdenis in de Grote Kerk,
een zeer indrukwekkende dienst die mij altijd bij is gebleven. Ik hoor als ik
eraan terugdenk inmiddels meer dan 40 jaar later nog het inzetten van het
prachtige orgel met Dekker aan de toetsen.
Dat orgel heeft mij gestimuleerd het orgelspelen weer op te pakken.
Wind
Het waaide hard en er werd nog meer verwacht, dus ook maar
even naar de molen om te kruien. Blijkbaar had Rob hetzelfde gedacht, want die
was daar net mee bezig. Samen de borden er ook maar uit.
De volgende morgen waren we allebei vergeten dat er een
fotograaf om 8 uur voor de deur zou staan. Het waaide te hard om te malen, maar
ik ging verder met scherpen en Rob liet m de molen zien. Er werden tientallen
foto’s genomen. Dat kwam wel vaker voor, wij stonden veel in de belangstelling.
S Middags ging Rob malen, de wind was voldoende afgezwakt en het ging prima.
Muziek op de achtergrond tijdens het scherpen, stofzuigen en dichtleggen.
Woensdag alweer reclame, nu een film voor t lager onderwijs
terwijl ik aan het malen was met twee half twee hoog, liep lekker door.
S Avonds met de BMW R 69 (had ik m nog maar) naar fam
Noordhoff in Maassluis. Ik was er al vaker geweest, zie een vorige blog. Altijd
vol verhalen die man. Hij vertelde over de molens van Bierum en Winsum, waar
hij gewerkt had. In Maassluis had hij een druk bedrijf met twee knechts continu
door, tot “het hele zaakje naar beneden kwam.” Op de molen lag een blauwe steen
met slechts 26 kerven met veel voorbijligging (in de buurt van 15 cm), zwaai
straal 90 cm. Rabillage op de maalbalken, zeer bloemig meel aldus Luitje. De
productie van inlandse tarwe zat op en 600 kg per uur. Tamelijk vaste steen.
De volgende dag was er niet veel wind, met de motor gemalen en s avonds de 17der aan de noordkant losgenomen. Zoals wel vaker met veel hulp van vrijwilligers, vooral Jan Kies. Het ging met om het schoonmaken, en om de piepende taatspot. Scherpen hoeft niet.
In het vervolg de kuipdeksels maar open zetten om te
luchten. We kregen zelfs van de meest kritische bakker complimenten dat het
meel beter bakt dan dat van Wessanen. Natuurlijk is dat goed voor ons
zelfbeeld, maar het heeft ook met de tarwe te maken.
De volgende week kwam Luitje Noordhoff eens even bij ons
kijken, keurde het meel van de motorsteen goed (dat is altijd fijn). Hij
lichtte de steen iets en hij zei als de steen goed maalt, moet dat nauwelijks
merkbaar zijn maar hij maalt wel koeler. Was inderdaad nauwelijks anders. De
17der op het noorden lag nog open, en dat vond hij maar een rare steen. Teveel
kerven, teveel voorbijligging, dat is een breeksteen zei hij. Moet warm malen
volgens hem, wat ook zo is, en een korte zemel, wat juist niet zo is. Nijhof, een vrijwilliger uit Rijswijk, was
bij hem. Toen de motor bij ons stuk was en ik een paar dagen met Luitje op de
molen van Maasland maalde, was Nijhof daar ook. Bij iedere zak die ik hem
aangaf vanaf de vrachtwagen zei hij dankjewel. Heel correcte man was het. Ik
vond dat wel grappig, dus ik zei bij iedere zak alsjeblieft. Onze chauffeur
keek ons aan of wij gestoord waren. Enigszins waar wel.
5 april, belde Frans op, deze keer niet met sterke verhalen
maar met het akelige bericht dat zijn vrouw
Mina ongeneeslijk ziek bleek. Eerst hun zoon veel te vroeg overleden, nu
zijn lieve vrouw. “Heb je een mooie tarwemaalderij opgebouwd, de omzet gaat de
laatste tijd met sprongen omhoog - krijg je dit weer.” Of ik hem wou helpen als
hij het niet meer zag zitten - natuurlijk.
Een dag later zat de wind achter de Bols-silo. Toch nog
aardig wat gemalen maar wat gaat dan de molen tekeer. De wind pakt alleen het
bovenste end, en een zeilslag, heel verschrikkelijk. Vanwege het slaan van de
zeilen gezwicht naar 4 onderendjes en later 4 halven. Het ging soms eigenlijk
te hard. Het viel de burgemeester die vanuit het Stadskantoor de molen kon zien
zelfs op, hij zei er een paar dagen
later wel wat van.
Noordhof belde op, dat hij niet meer met de molen van
Vlaardingen wilde malen, want de vang.
“ vangt niet maar blokkeert “. Hij had een keer meegemaakt dat de boel
eraf viel (Maassluis) door een opstropende voering, liever niet nog een keer.”
En hij was bij een niet nader te noemen molenaar in de buurt, bijgenaamd ‘De
Leugenaar’ geweest. Daar maalden ze volgens Luitje “allerbelabberdst” 50% Amerikaanse tarwe en 50% inlandse,
waarbij de (erg droge en harde) Amerikaanse niet werd aangevocht. Het kon m ook
niet schelen had hij gezegd, hij had net zo lief dat de bakkers het niet
ophaalden als wel. Als dat waar is zullen we daar geen last van hebben.
In Schiedam de
kuipdeksels in de lijnolie, eens kijken of ze dat beter schoon houdt.
Condens wordt natuurlijk ook in de hand gewerkt door aanvochten (elk voordeel
heeft z’n nadeel zoals bekend).
Er belde iemand uit
Utrecht die een bd-bakkerij op gaat zetten, wil 60 ton per jaar hebben. "De Rijn en Zon gaat draaien", zei ik. Omdat hij daar niet op wilde wachten en wij
er eigenlijk geen tijd voor hebben, toch maar doorverwezen. Ik meen dat hij bij
Bökkers in Olst terecht is gekomen en daarna dus bij de Rijn en Zon. Al zou het
daar niet lang goed gaan. Uiteindelijk werd het een klant van de Aeolus, die
steeds meer biologisch ging doen.
Post kwam ook weer eens buurten na lange tijd, hij was
hersteld van een oogziekte. Hij vertlde van De Walvis die in 1921 met de kop op
het zuidoosten stond en met de borden erin en zonder ketting eraan achteruit is
gaan draaien op een zondagmiddag. Toen hebben ze Kouwenhoven van de 3
korenbloemen erbij gehaald en zes of zeven politieagenten om de molen te
kruien. En Kouwenhoven zei hij moet boven het water want als het zaakje eruit
lazert heb je minder schade. Maar er kwam een roe tegen het stellinghek, brak
en kwam naar beneden. De hele kap lag uit elkaar. Zo heeftie nog lang gestaan
tot De Hollandsche Molen ‘m kocht. De ‘zet’molenaar kwam maandagmorgen en moet
alleen gezegd hebben: ‘da’s ook wat’ en zette de motor aan.
Dat slaan van de zeilen leidde tot losgaan van een
slaglijn, die kronkelde zich om de lange spruit, om de askop en het zeil van de
kikkers. We konden m nog net op tijd stil krijgen, gelukkig zag Rob het nog net
op tijd en liep de molen niet snel op dat moment. Hier moet je ze goed in de kijkerd houden, in
Peize lagen ze soms los op het hek (door de zon gerekt touw) en gebeurde er
niets.
De 17der noord blijft problemen geven omdat hij niet
strijkt. Hij maalt wel mooi op zich, en veel. Een grote groep vrijwilligers was
onder leiding van Rob aan het verven op De Noord; Jan, John en ik gingen weer eens aan de slag met
de 17der. Loper er 180 gr anders op, dat hielp wel maar niet genoeg. Lood
verplaatst, meer lood, helpt wel iets maar niet genoeg en je kunt er maar niet
lood op blijven leggen. Rijn verplaatsen zou misschien moeten, maar eerst es kijken of dit helpt.
Naar de fam
Gunnewick vanwege Mina’s ziekte.
12 april kwam Piet Snoep, goede bekende. Hij vond het meel
‘lang niet slecht’ maar de kuipen, die ik aan het dichtstoppen was met
zakkentouwtjes, versleten. De 17der maar eens uitproberen. Het gaat beter, maar
ik denk dat Piet er anders over dacht. Trekt zwaar zei hij - dat klopt ook want
dat was de truc om m rustig te houden in het bijzijn van zo’n vakmolenaar.
14 april werd ik 25, en het laatste jaar was het beste. Ik
heb een cadeautje voor je zei Rob, namelijk 15 ton tarwe. Mag ik dat allemaal
malen?
Reacties
Een reactie posten