Blog 31 - Windbedrijf

 




Maasland (foto archief Harmannus Noot)

Windbedrijf

Omdat de motoraandrijving, na een tijdelijke reparatie, op 7 december de geest gaf en we nog niet klaar waren voor de verbeterde versie, zaten we  zonder hulpaandrijving. Dat zou ruim twee maand duren, en dat betekende extra lange dagen met de wind. Rob en ik losten elkaar af zodat we dagen van 12-14 uur of soms meer konden draaien, geholpen door vrijwilligers.  Noordhof en zijn hulp Nijhof hielpen volop mee, eerst op De Vrijheid, maar later vooral op  de molen van Maasland, die volop mee ging doen.  

Na de eerste week zat het tegen: er was maar weinig wind.  Dus Boekestijn gevraagd of we in Vlaardingen met de motor mochten malen. Dat mocht, dat ging ik doen. Er was wel rivaliteit tussen Vlaardingen en Schiedam, maar in nood moest je elkaar helpen, zei Niek. Dat liet Luitje Noordhof ook al zien, je bent wel concurrenten maar ook collega’s. Toen ik er werkte en er werd soep uitgedeeld, werd ik  overgeslagen: jij niet, jij komt uit Schiedam. Daarna: ‘grapje’.

Voor Maasland brachten we zo nu en dan 5 ton zakgoed naar de molen.  Nijhof pakte de zakken aan van de chauffeur en beleefd als hij was, zei hij bij elke zak: ‘dankjewel’. Op een middag ging ik op de fiets naar Vlaardingen en daar werkte ik tot ver in de avond. Daar draaiden ze nog met een 45-pk  elektromotor uit 1928 (Smit Slikkerveer). Opstarten met een olieweerstandschakelaar, open sleepcontacten.   16der kunststenen, vrij zacht meel, niet helemaal uitgemalen maar we waren allang blij dat we weer konden malen. Ongeveer 350 kg/uur, dat was minder dan wij gewend waren. Als zij moesten mengen moest de steen uit, want anders liep het stroomverbruik te hoog op. Theo Asselman werkte daar ook. Natuurlijk hielp ik ook wel mee met maalwerk voor henzelf. Rob maalde intussen in Schiedam, met hulp van Frans Kroon en Jan Kies.

Woensdag zat ik weer in Schiedam, maar de hele dag kou lijden en wachten tot ik er een paar zak door had, dat was niet leuk natuurlijk. In 8 uur 8 zak gemalen.... Wel leuk dat de nieuwjaarskaarten met eigen fotoafdruk klaar waren.

Foto archief Harmannus Noot

Donderdag naar Vlaardingen gefietst en daar 4 ton gemalen en 1 ton voor Niek. Op De Vrijheid had Rob in een lange dag 2,5 ton gemalen.

We moesten eerst zelf de tarwe bevochtigen en opzakken. Dat ging dan bijv. zo: een zaterdag in Vlaardingen twee ton gemalen, Noordhof in Maasland ook zoiets (volgens buren moet hij verschrikkelijk hard gejaagd hebben met die molen), in Schiedam heeft Rob drie ton gemalen. 28 december nog even flink wat gemalen in Vlaardingen, ‘ s avonds loste ik Rob af in Schiedam.

Soms hielp  ik Niek even met zakgoed optrekken. Theo Poolbeer stond boven, ik sloeg ze aan en Niek gaf ze mij aan. Niek  zei: ‘ je hebt verschil in molenaars, dat zie je ook aan de manier waarop ze zakken stapelen’ . Ik begreep niet waar hij heen wilde. Niek moest lachen en zei:Ja ga zo maar eens boven kijken. Theo zorgt altijd dat  je  geen puntbelasting op de zolder krijgt.’ Inderdaad legde Theo de zakken echt overal kriskras neer. Het grappige is dan van Niek, dat hij dat toch toeliet. Ondertussen maalde Piet van der Helm boven met de wind. Die steen stond  wat te schudden, de pasbalk schommelde, toch streek hij wel goed. Ik had iets gezegd over het meel in Maasland, dat het korter was dan dat van de motorsteen in Vlaardingen. Gewoon als vaststelling, want we waren natuurlijk overal blij mee. Maar dat was heel snel bij Luitje terecht gekomen, en die was ernstig beledigd, zou wel even bij onze bakkers meel gaan leveren. Ach, dat liep ook weer met een sisser af. Uiteindelijk draaiden we in Vlaardingen met de wind een ton of twee, en met de motor drie ton. Ik liep wat heen en weer tussen wind en motor. Ondertussen draaide Rob in Schiedam ook ongeveer drie ton. ‘s Avonds loste ik Rob in Schiedam af.

Het was dus wel ingewikkeld.  En dan moest alle meel uit Vlaardingen en Maasland weer opgehaald worden en bij ons opgeslagen. Onze blauwe stenen maalden wel mooier dan Vlaardingen en Maasland, dus er kwam verschil in meel, dat kon niet anders.

Winter

Op 30 december weer naar Vlaardingen, Rob kon ondertussen in Schiedam niet veel beginnen, want alles zat vastgevroren. De vang bleef hangen op het  stijf bevroren vangtouw, de zeilen zaten vast en de molen stond achter de Bols silo. Met oud en nieuw naar Zuidhorn, maar de NS ried af naar het Noorden te reizen. Het sneeuwde en de wegen waren erg slecht begaanbaar. De trein liep twee uur vertraging  op door vastgevroren deuren. Maar wat een prachtgezicht, al die sneeuw onderweg.

Terug in Schiedam moest er natuurlijk meteen gemalen worden op 2 januari. Het was ook hier vinnig koud en de zeilen zaten weer vastgevroren. Dichte sneeuwbuien en wind genoeg om zonder zeil te kunnen malen. De temperatuur liep iets op, dus kon ik de zeilen loskrijgen, ik legde er twee halven op,  toen viel de wind weg. Daarna ineens snel geruimd en die twee halven waren genoeg, maar later steeds minder en vol zeil met sneeuwbuien op afstand. Rob en Frans Kroon namen over, maar toen kwamen de buien en was de mooie gang eruit. ‘s Avonds laat onweer.

Zo ging het een paar dagen door, met hulp van wind en van deze en gene konden we de molen lange dagen aan de gang houden.

5 januari In het noorden vroor het  meer dan 20 graden, in Moskou 45 graden, in Australië 51 graden boven nul, bij ons op de maalzolder 4 graden onder nul, buiten iets kouder.  Zowel Eikelhof en Snoep, met wie ik beiden telefonisch contact had, stelden steenbillen uit omdat door de vorst de tarwe ook harder wordt. Mengen met warm water, als je toch moet bevochtigen, helpt. Brasser in Biggekerke - daar belde Piet Snoep over - is vandaag begraven, 74 geworden. Een echte ouderwetse vakmolenaar, aldus Piet.

De dagen erop ging de wind naar het Zuidwesten en liep de temperatuur op, maar het ging ijzelen. De Van Brienenoordbrug werd afgesloten wegens de grote brokken ijs die naar beneden kwamen. Op de brug over de Noordvest dat mooie verhaal van die gemeenteman die met zijn brommertje door de gladheid de brug niet opkwam, en een collega van hem “ wat ben jij nou aan het doen joh”. Op de stelling was het ook spiegelglad maar we moesten wel malen en dus eerst kruien. De zeilen zaten vastgevroren, maar toch met een blokje hout de gladde wieken ingeklommen om de zeilen los te slaan want veel wind was er niet.

Roeplaatje in ijs

De volgende dag was er weinig wind dus moesten we het hebben van mijn fietstochtje naar Vlaardingen. Woensdag juist een prachtwind. Krimperds bint stinkerds, en dit was een krimpende en langzaam toenemende wind. In ‘t donker twee halven gelegd, twee koppels stenen. Tegen zonsopgang vier halven, daarna weer twee. Ik zat op ruim 900 kg per uur, het liep als een horloge. Rob nam het later over. Uiteindelijk werd het een harde wind, sneeuwjacht. De dagen daarna sneeuwbuien uit het noorden en noordoosten, dus foute boel want achter de silo.

Het werd ons wel duidelijk dat dit niet te lang moest duren. Frans Gunnewick kwam met een leuk idee: ‘de jongens van Jan (zijn broer) kunnen wel 15 ton tarwe uit Rotterdam ophalen, reinigen, ik moest het dan malen en zij zouden voor transport zorgen. Dat alles voor een heel acceptabel bedrag, net zoveel als Vlaardingen kostte en we hadden er in een keer een weekproductie  door.

Vragender

Om een flinke slag te kunnen maken, ging ik een paar dagen naar Frans om een 15 tons vracht van onze tarwe daar te malen. Eerst nog even naar Terwolde, naar Dr. Van der Molen, een beroemde fysiotherapeut die te maken had met de herbouw van De Ooievaar. Prachtige omgeving zo in de sneeuw.  In Vragender drie  dagen gemalen, onze tarwe en nog een partij van Frans zelf.  Noordnoordoostenwind, een flinke  productie met twee stenen (één boven en één onder). De diesel deed soms ook mee. Ruim 7 ton per gewone werkdag van 8-18 u, maar wel continu. Omdat we in twee mengers maalden en die zo nu en dan met z’n tweeën leeghaalden eigenlijk een makkie. Ik heb daar een andere keer Frans helpen malen, dat we in drie dagen met een zuidoostenwind 21 ton erdoor draaiden, ook met twee stenen. Dat was wel een topper.

Omdat we het makkelijk afkonden ook nog veel verhalen, vooral ‘s avonds aan de borrel.

Vragender


Schiedam, Maasland en Vlaardingen

Weer terug in Schiedam konden we nog steeds met de wind een 7 ton per dag halen, maar het weekeind opnieuw ijzel, de zeilen konden er niet voor, alles was spiegelglad. Wel een prachtgezicht, al dat ijs, zich tijdens het (zonder zeil) draaien vastzette - een heel gewicht, dat wel.

Maasland hielp ook weer mee, maar de wind liet het daarna afweten, dus 16der los om te billen en beter af te stellen. De neuten bleken los te zitten, veel slijtage. Opnieuw afgesteld en alles vol hennep en vet gedouwd. Die hennep haalde ik bij een klein bedrijfje in Schiedam. Een paar dagen later konden  we weer malen, maar het was levensgevaarlijk om op de stelling te zijn want de stukken ijs vlogen in het rond.

5 februari weer naar Vragender, steen billen (was part of the deal, De Vrijheid betaalde mijn uren). Ik heb onder toeziend oog van Frans de 16der gebild, 110 kerven, 6 cm voorbijligging, 75 cm straal. Mooie steen. Opa (Antonius) en Frans hadden onenigheid over de manier van scherpen. Opa zat op een zak meel maar gaf  zijn duidelijk mening.

Terug in Schiedam - we zaten precies twee maand zonder hulpaandrijving - kwam John begin februari bij ons in dienst, en hij ging met Rob meteen aan de slag met de nieuwe hulpaandrijving. Het was weer ijzel, die Frans in Vragender bijna noodlottig werd. Want hij gleed uit bij het naar binnenstappen in het motorhok, en kwam met zijn hand in het vliegwiel, maar net tegen een spaak in plaats van ertussen.  Gelukkig goed afgelopen.

Het zou nog heel raar weer worden, vooral in het noorden van het land.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Veel wind of geen wind

Blog 9 - Noordhof en Boekestijn

Moderne oude man