Blog 35 - Mallen
Volgens Johanna slechte foto, maar volgens mij bijzonder sfeervolle werkfoto (Vragender) |
16ders
Het middelste koppel in Schiedam was een paar blauwe
16ders. Erg grof poreus, wel vrij hard. Groot natuurlijk snijvermogen, als ze
stomp waren maalden ze nog steeds. Veel transport, hoge productie. Als ik er
een kant voor zette, kreeg je dus nog meer transport. Nadeel daarvan is dat dan
op het laatst de tarwe nog uitgemalen moest worden. Het versmallen van de
maalbalken deed daar ook geen goed aan. Dat versmallen deed ik omdat de loper
te arm was, als je maalbalken versmalt worden ze zwakker en slijten ze dus
sneller aan de buitenkant. Ook hier waren er problemen met het strijken. Je kon
zonder kuip zien dat de loper niet goed hing. Zette je de molen stil en haalde
je de vang weer op, was het strijken veranderd. Dit werd veroorzaakt door
teveel ruimte op de rijn. Dit was ook zo’n viertaksrijn die zich wat moest zien
in te stellen op een soort nok. Als de steen een keer maalde stelde hij zich
toch wel redelijk in. Ook deed de regulateur zijn werk redelijk goed. Eigenlijk
was dit de makkelijkste steen om mee te werken. Toch zochten we naar
verbetering.
Henk Elsink
8 maart. Om met Henk Elsink te spreken: ‘ en de zun die
skeen zo mooi, en de vögelkes zong’n zo
mooi, en de wiend waaide zo mooi, o ‘t was zo mooi.’ Met 4 onderendjes liep de
molen bijzonder regelmatig. Vlaardingen konden we ook zien draaien. Na drieën
steeds zwichten. Zoals Toon Post zei: als de wind toeneemt doe je veel meer dan
als de wind afneemt, omdat je in beide gevallen altijd iets te laat bent.’ In
het eerste geval hou je de gang er beter in. Tegen zessen nam de wind iets af,
maar tegen achten weer toe. Heldere maan maar de ondergaande zon was ‘vies’.
De volgende dag stormachtige ZZW wind, het duurde niet lang
of we hadden alle vier de borden eruit. Tegen twee uur een donkere lucht, de
wind viel weg. Dan moet je dus oppassen. Snel de molen stil en aan de afleider.
Zware windstoten.
De volgende dag weer helder en een prachtige NW wind.
Vragender en de geheimzinnige mal
Maandag en dinsdag zat ik weer eens in Vragender, Frans
helpen steen billen. Het was eigenlijk een soort tweede thuis daar. Bij tijd en
wijle mis ik onze ontmoetingen - Frans is allang overleden.
Frans was aan het malen en ik scherpte een kunststeen van
Reijer Rutgers, gemaakt voor haver. De steen kwam van Heusinkveld Winterswijk.
Ze zouden naar Arnemuiden, maar ze zijn later toch in de Vragender molen zelf
geplaatst.
Dat was meteen een mooie gelegenheid om wat theorieën over
scherpsels met Frans te bepraten. Niet
voor het eerst en niet voor het laatst. Een kameraad van mij die wiskundig goed
onderlegd is, had voor mij wat theorieën die ik van Frans en andere molenaars,
van de molenaarscursus door Hartgerink, publicaties in De Molenaar en Die
Mühle, en vooral uit het boek van Oliver
Evans (The young mill-wright and millers’s guide) had gejat, uitgewerkt in een
paar grafiekjes. Zo kon ik verschillende mallen maken of liever gezegd, laten
maken. Rob maakte er twee, Chris Bremer één en Henk Vaags één. Ik heb ze
allemaal nog. Eentje heeft een oplopende kruishoek (ongeveer buitenkant
steenkuip) eentje een aflopende kruishoek (tamelijk recht), met twee
verschillende stralen. En eentje een gelijkblijvende kruishoek - ik dacht dat
ik daardoor slim was, maar toen ik die liet zien zat Frans even peinzend voor
zich uit te kijken - zo een hadden wij vroeger ook in de oude molen hangen. Die was hij bij het afbreken van de oude molen kwijt geraakt. Ik
wilde de kerf van de 16der veranderen in een lager aantal met afnemende
kruishoek, en de kerf op de motorsteen vervangen met de geconstrueerde mal
voor gelijkblijvende kruishoek. In de
praktijk zou dat laatste tegenvallen, omdat die mal niet overal dezelfde straal
had. In de praktijk is het lastig vol te houden, omdat je vanuit het bilkussen
in een bepaalde ronding bilt.
Natuurlijk zijn er ook ander factoren die invloed hebben, zoals (vooral) het strijken, of de steen onder de rij ligt, de structuur van de steen, de voorbijligging, de vorm en de diepte van het bodemsel, het aantal kerven, welke biller de steen onder handen neemt, en natuurlijk de tarwe zelf.
Frans bood mij werk aan bij hem op de molen, we hadden het
onder het genot van een paar borrels wel vaker over. Het werd steeds drukker in
Vragender. Ik heb het toen wel serieus overwogen maar uiteindelijk niet gedaan.
Dat was achteraf waarschijnlijk niet verstandig, ik had er zeker nog veel
kunnen leren en het was gezellig, maar ja zo gaat dat dan. Ik zocht de
uitdaging van een eigen bedrijf. Er waren wel wat verschillen van mening, Frans
was zakelijk (terecht) en wilde de omzet omhoog hebben, maar ik wilde het met
de wind af kunnen.
Paren
De elektrisch gedreven maalstoel beneden loopt stil, maar
de stenen malen niet optimaal. Frans : ‘ ze moeten nog paren’. Het meel is wat
scherp en je hoort de stenen, maar ‘dat kump wel bij’.
Zo hebben de stenen in Eibergen zich ook gepaard. Klaas de
Jonge kwam bij Frans en beklaagde zich over de stenen. ‘Ze willen niet malen’.
Frans kwam en de blauwe damp vloog eraf, schreeuwen om meer maar dat kregen ze
niet (uitvaltarwe, dat gaf niet). Na een halve dag wilden ze wel malen.
Al met al vier dagen weg geweest, dus dat werd hard werken
op De Vrijheid.
Reacties
Een reactie posten