Blog 40 Stroomopwekking

 

 

Askov, Denemarken

Nog net voor onze vakantie nog even een stukje afwerken dat al ongeveer klaarlag. Na de vakantie weer met Schiedam verder!

 

De nieuwste uitvindingen

Naast Bilau waren er nog wel meer uitvinders. Je had de interessante Odeh-wiek van molenmaker Op den Hipt. Chr.Bremer had een effectieve stroomlijn geplaatst op De Jonge Hendrik in Den Andel. Die had wel wat weg van de Havinga-wiek van de Prinsenmolen. Beiden werkten wel, maar ze waren niet goed te beheersen, vooral die van Den Andel. ‘Elk voordeel hep z’n nadeel’ zeiden ze in iets andere bewoordingen bij de Prinsenmolen. De bekende stroomlijnen van Dekker en Van Bussel en de fok van  Fauël leverden wel meer rendement, maar de molen werd er ook onrustiger door. Een fok met regelborden werkt ook alleen maar mooi totdat je die stil moet zetten. Toch hebben ze wel geholpen om de molens langer in bedrijf te houden omdat je met minder wind al wat kon doen. En er is vaker te weinig wind dan teveel.

Müllermeister Annäus Müller koesterde al jaren het plan zijn afgebrande molen in Backemoor te herbouwen (hier niet ver vandaan over de oostgrens). Hij werkte met de fa. Vaags een plan uit met een wieksysteem dat eigenschappen van Ten Have/Beckers (gebaseerd op Bilau)  en Fauël combineerde. Zelfkruiing wilde hij er niet op hebben, Annäus had daar teveel ongelukken van gezien, wel een electrisch kruiwerk. Voortbordurend daarop en ook weer anders door ideeën van eigenaar  Jan Jaap Pot, plaatste Vaags in Kropswolde het meest aparte wiekenkruis, een soort Vaags-Pot combiwiek. Een Ten- Have-remklep,  gedeeltelijk fok en gedeeltelijk Van Bussel.  De remklep draait net andersom als anders omdat hij zo de molen beter in bedwang houdt. De molen wekt stroom op, een 40 KW wat niet misselijk is. Mooi is anders, maar het moet kunnen, zo’n aparte molen. De stroom wordt rechtstreeks geleverd aan de meelfabriek die in de molen zit. Voor  ‘De Nieuwe Molenwereld’ staat een artikel klaar over de familie Pot en ook over dit gevlucht. De molen is verzwaard, ik ben benieuwd hoe het zal bevallen - tot nog toe heel goed begreep ik van Jan Pot.

 Stroomopwekking. 

Met veel enthousiasme en veelbelovende teksten zijn er in de loop van de tijd diverse pogingen geweest om met een traditionele windmolen stroom op te wekken. Indertijd kwam ik vaak bij Theo Steenblock in Spetzerfehn, om gries af te leveren wat bij hen door het veevoeder ging. “Je moet eens gaan kijken in Ostgrossefehn, zei hij op een morgen. Ik denk dat hij vandaag wel draait, maar wees voorzichtig.”

Ik naar Ostgrossefehn. Ik was er al eens eerder geweest, het is een prachtmolen. Redelijk vrije wind, en bijzonder fraai ingericht. Doelmatig, maar ook gewoon mooi. Daar heeft een vakman-timmerman gewerkt met plezier in zijn werk. De gemeente nam de molen over en heeft die gerestaureerd, er kwam een galerie in. Op een gegeven moment bedacht een ambtenaar, dat de molen stroom moest opwekken; er werd een generator geplaatst, aangedreven door het spoorwiel. Toen ik erheen reed, draaide  de molen inderdaad, zoals Theo al gezegd had. Er was niemand, ik kon zo naar boven, naar de verdieping waar het spoorwiel de generator aandreef. Op dat moment was er niet veel aan de hand. Maar de molen ging iets harder lopen, en op een bepaald toerental klapte de generator er in één keer in. Ik dacht dat de molen werd afgebroken, zo’n geklap en gekraak. Dat is ook niks, riep ik voor mezelf, want er was niemand in de buurt.

Terug naar Spetzerfehn, en Theo kwam mij al tegemoet. “En, wat heb ik je gezegd? Ze draaien alle kammen eruit daar, dat kan zo niet!”. Deze stroomopwekking was niet van lange duur, het is er al snel weer uitgehaald omdat er steeds kammen uitvlogen.

Ook in Hasselt (Van Mulligen: “ik was het zat, ik heb hem weggestuurd”, over de pogingen van ir. Pigeaud om met deze molen stroom op te wekken. De Walvisch Schiedam, ze waren bang dat de molen zou worden afgebroken. In deze gevallen hoorde je wel de aankondiging van de nieuwe plannen,  maar niet de erkenning dat het mislukt was. ‘De Kraai’ in Westbroek werd door Chr. Bremer op en top ingericht. Zelfzwichting, zelfkruiing (electrische vaan op de kap die de motor van de lier aanstuurde, rondgaande ketting). Dat was wel een sterke molen maar ook hier kwam men erop terug. Schuurman: ‘ de kosten waren te hoog.’ Op Texel, ‘De Traanroeier’, gingen de electriciteitsmaatschappij en Chr.Bremer nog verder. Deze molen werkte volautomatisch en leverde 40-60 KW! Interessant is de gecombineerde fok/stroomlijnneus. Chr. Bremer: “hier hadden we alle kennis ingestopt die we hadden. Nog verder en het zwakke punt werd de askop.” Ook dit werd gestopt, omdat de kosten te hoog waren. Piet Groot, die toen bij de Electriciteitsmaatschappij werkte: “ze hadden er niet die slappe molen voor moeten uitzoeken.” 

 

Eigenlijk typisch, dat Nederland jarenlang achterbleef met wezenlijke verbeteringen in het rendement van wieken. In Denemarken was men daar al veel verder mee, met als gevolg dat Denemarken meer dan 50% van de enegiebehoefte dekt met windenergie. Ik was deze zomer in Askov, waar de al eerder genoemde wetenschapper La Cour allerlei proeven heeft gedaan met windenergie en stroomopwekking. De onderbouw van de proefmolen staat er nog.

La Cour en andere onderzoekers in Askov

Erg interessant voor wie meer wil weten over windenergie, wiekvormen en stroomopwekking.  Degene die mij daar rondleidde vertelde dat Denemarken windstroom exporteert in tijden dat er veel wind is. Wel loopt de laatste tijd het enthousiasme terug, omdat een belangrijke reden voor de talrijke windturbines in Denemarken gelegen is in hoge belastingen die de burger moet betalen.


Foto 1. Windtunnel Askov

Foto 2 en 3. Moderne Vleugelprofielen







Reacties

Populaire posts van deze blog

Veel wind of geen wind

Blog 9 - Noordhof en Boekestijn

Moderne oude man